Door het terugvallen van de routinecontroles tijdens de coronacrisis bleef een groep patiënten met te hoge bloeddruk of diabetes onder de radar. Dat blijkt uit onderzoek van de mutualiteiten, zo bericht De Standaard.
In 2020, het zwaarste coronajaar, daalde het aantal mensen dat startte met bloeddrukverlagers met 6 procent ten opzichte van 2019. Het aantal starters met diabetesmedicatie daalde met 7,4 procent. Dat blijkt uit een onderzoek van het Intermutualistisch Agentschap (IMA) aan de hand van gegevens uit de overheidsdatabank Farmanet. De studie keek naar vier groepen geneesmiddelen die gemakkelijk af te bakenen zijn, omdat ze vaak maar voor één aandoening gebruikt worden.
De eerste twee zijn de medicatie tegen hoge bloeddruk en diabetes. Beide zijn veelvoorkomende ziektes die in een beginfase amper klachten geven en die meestal pas ontdekt worden tijdens een routineonderzoek bij de huisarts. Maar tijdens de eerste lockdown in 2020 viel die niet-dringende routinezorg bijna volledig stil.
De draad werd door de huisartsen zo snel mogelijk weer opgepikt, maar de studie stelt vast dat er op het vlak van medicatie nooit een grote inhaalbeweging kwam. "Patiënten die niet startten tijdens de lockdown, startten ook niet later dat jaar. Dat betekent dat een groep patiënten met te hoge bloeddruk in 2020 dus niet werd gedetecteerd en behandeld", klinkt het. Hetzelfde geldt voor de patiënten die niet begonnen met diabetesmedicatie. "Het beeld van gemiste zorg is daar heel duidelijk", zegt onderzoekster Marijke Van Duynslaeger. "Al weten we nog niet of er in 2021 wel een inhaalbeweging is geweest."