Een regelmatige controle van de capillaire glykemie (CGC) verlaagt niet alleen de HbA1c-waarden en de frequentie van hypoglykemie, maar de resultaten vormen ook substitutie-indicatoren voor de micro- en macrovasculaire complicaties van de diabetes. Er was echter tot nu toe geen enkele studie bij patiënten met T2D uitgevoerd waarin de impact van CGC werd vergeleken met die van continue glucosemonitoring met intermitterende aflezing (CGMIL) op het vlak van de HbA1c-waarden en ziekenhuisopnamen voor diabetescomplicaties na de start van de glucosemonitoring. Een team van onderzoekers heeft die vergelijking uitgevoerd bij Zweedse patiënten met insuline-afhankelijke type 2-diabetes.
De SGLT2-remmer empagliflozine zou het risico op diabetische retinopathie (DRP) kunnen verlagen, doordat het voorkomt dat in retinale haarvaten pericyten verloren gaan en de plaatselijke vascularisatie daardoor intact blijft. Maar die hypothese is op dit moment nog niet goed onderbouwd: er zijn slechts een paar studies uitgevoerd, in Zuid-Korea en Taiwan, die het verband tussen empaglifozine en DRP correct onderzochten.
Onze westerse diëten werken de ontwikkeling van stofwisselingsstoornissen zoals diabetes type 2 in de hand. En daar zou de consumptie van rood vlees voor iets tussen zitten...
Een gerandomiseerde klinische studie over het effect van intermittent fasting (5:2) bij diabetespatiënten, EARLY-studie.
Er rijzen altijd wat twijfels rond het belang van nationale meerjarenplannen. Degelijk uitgevoerde wetenschappelijke studies door experten zonder belangenconflicten zijn dus zeker geen slecht idee. Dat dacht ook de NHS voor zijn plan in de strijd tegen diabetes.
Vasten zet reacties in gang die de weerstand tegen stress kunnen verhogen, de ontsteking kunnen verminderen en het metabolisme kunnen verbeteren. Veel patiënten slagen er echter niet in een sterke calorierestrictie gedurende lange tijd vol te houden. Bovendien vermindert dan het energieverbruik. Dat alles bemoeilijkt het handhaven van het gewicht op lange termijn.
Bij type 1-diabetes is het bewezen dat een insulinetherapie met een geslotenlussysteem beter is dan andere behandelingen, waaronder een combinatie van een insulinepomp en een glucosesensor: de tijd dat de glykemie binnen de streefwaarden (70-180mg/dl) ligt, is lager, de glykemie schommelt minder en er is minder risico op hypoglykemie.
In Diabetes Care is recent een studie gepubliceerd die heeft onderzocht of de duur van de type 2-diabetes invloed heeft op het effect van de SGLT2-remmer canagliflozine op de cardiovasculaire en renale prognose van de patiënten. Het betreft een meta-analyse van de studies CANVAS en CREDENCE bij type 2-diabetespatiënten met een hoog risico op hart- en vaataandoeningen en/of chronisch nierlijden die werden behandeld met canagliflozine of een placebo.
Type 2-diabetes en acute nierschade (1) zijn bekende risicofactoren voor chronische nierinsufficiëntie. Onlangs is vastgesteld dat acute nierschade een overgangsstadium kan zijn tussen acute en chronische nierinsufficiëntie (7 tot 90 dagen na de episode van acute nierinsufficiëntie). Veel type 2-diabetespatiënten vertonen tekenen van acute nierschade nog voor ze een acute nierinsufficiëntie ontwikkelen. De combinatie van beide zou dus belangrijk kunnen zijn bij de evolutie naar chronische nierinsufficiëntie.
De British Heart Foundation, de Medical Research Council, het National Institute for Health and Care Research en Health Data Research UK financierden een onderzoek om na te gaan wat de impact is van diabetes type 2 (DT2), een steeds toenemende ziekte, op de levensduur. Mensen met DT2 zouden gemiddeld 3,5 jaar minder lang leven.
… zonder geneesmiddelen? Een Chinese studie, gepubliceerd in The Journal of Clinical Endocrinology & Metabolism, toont aan dat proefpersonen met diabetes type 2 die op een intermittent fasting-dieet worden gezet, van hun ziekte kunnen worden verlost.
In Australië vertoont niet minder dan twee derde van de volwassenen overgewicht of obesitas, waardoor ze insulineresistentie, decompensatie van de β-cellen en dus type 2-diabetes dreigen te ontwikkelen. Het wordt alsmaar duidelijker dat vermagering een remissie van type 2-diabetes kan bewerkstelligen. Een Australische groep heeft daarom een studie van 12 maanden uitgevoerd bij volwassenen bij wie vrij recent een diagnose van type 2-diabetes was gesteld, om het effect van tijdelijke volledige vervanging van normaal voedsel door hypocalorische maaltijdvervangers te evalueren.
Meerdere grote klinische studies hebben niet kunnen aantonen dat een intensieve glykemiecontrole gebaseerd op het HbA1c-gehalte de incidentie van hart- en vaataandoeningen bij type 2-diabetespatiënten verlaagt. Dat komt waarschijnlijk doordat het HbA1c-gehalte geen informatie geeft over alle afwijkingen van de glykemie (bv. de variabiliteit van de glykemie en de hypoglykemie), die evenwel belangrijk kunnen zijn bij de pathogenese van hart- en vaataandoeningen.
In een review van meta-analyses werd nagegaan in hoeverre minder suikerinname daadwerkelijk een invloed heeft op onze gezondheid. Hier moeten we wijzen op enkele potentiële biassen in de studies over suikerconsumptie en de effecten daarvan op de gezondheid.
Het lijkt erop dat een beperkte inname van koolhydraten bij het ontbijt alleen maar voordelen heeft voor patiënten met diabetes type 2. Een ongezoet ontbijt zou namelijk niet alleen de bloedsuikerspiegel verlagen, maar er ook voor zorgen dat de waarden minder schommelen in de loop van de dag. Bovendien zouden de voedingsgewoonten een positief kunnen effect hebben gedurende de hele dag.
De snelheid van achteruitgang van de nierfunctie gemeten aan de geraamde glomerulusfiltratiesnelheid (eGFR) en het risico op evolutie naar een gevorderd nierlijden bij patiënten met type 2-diabetes zijn zeer uiteenlopend. Daarom is het belangrijk om tijdig patiënten op te sporen die een hoog risico lopen.
De PIONEER 6-studie toont aan dat semaglutide per os veilig is bij patiënten met type 2-diabetes en een hoog cardiovasculair risico: semaglutide verlaagde de incidentie van ernstige cardiovasculaire accidenten (MACE) met 21% (niet-significant verschil).
Dapagliflozine, een SGLT2-remmer, voorkomt het optreden van nierlijden en gaat de evolutie ervan tegen bij patiënten met type 2-diabetes. Dat tonen nieuwe gegevens van de DECLARE-TIMI 58-studie, die op het ADA-congres werden gepresenteerd.
In de gerandomiseerde REWIND-studie verminderde dulaglutide, een GLP-1-analoog, het risico op cardiovasculaire accidenten en het renale risico significant bij patiënten met type 2-diabetes. De meeste patiënten vertoonden bij inclusie in de studie geen cardiovasculair probleem. De resultaten van de studie werden gepresenteerd op het ADA-congres in San Francisco en online gepubliceerd in The Lancet.
De voordelen van een intensieve hypoglykemiërende behandeling bij patiënten met diabetes type 2 blijven behouden na stopzetting van de behandeling – maar enkel zolang de glycohemoglobineconcentraties laag blijven. Dat blijkt uit de follow-up op lange termijn van de Veterans Affairs Diabetes Trial (VADT) die verschenen is in de New England Journal of Medicine.
Volgens een studie die gepresenteerd werd op het International Society of Nephrology en die gepubliceerd werd in de New England Journal of Medicine verlaagt de SGLT2-remmer canagliflozine het risico op renale en cardiovasculaire complicaties bij patiënten met type 2-diabetes en albuminurie.
Lorcaserine is een middel dat het hongergevoel onderdrukt, en waarvan de cardiovasculaire veiligheid is aangetoond in het programma CAMELLIA-TIMI 61. De gegevens die op het EASD-congres gepresenteerd werden, wijzen erop dat het ook een positief effect heeft bij patiënten met prediabetes en diabetes.
De Endocrine Society, voor deze gelegenheid in samenwerking met de European Society of Endocrinology, The Gerontological Society of America en The Obesity Society, publiceerde zopas haar aanbevelingen wat betreft het screenen en het behandelen van diabetes bij personen vanaf 65 jaar. Het document is 55 pagina’s lang en kan gratis gedownload worden.
Wat te verwachten van een maagderivatie met Roux-‘en Y’-anastomose bij zwaarlijvige type 2-diabetespatiënten? Veel, blijkbaar …
De groep van deze sterk kwetsbare oudere patiënten met diabetes en chronisch nierlijden is aan het toenemen. De behandeling hiervan is vaak complex en specifieke evidence-basedrichtlijnen ontbreken.
De stijgende prevalentie van diabetes en overgewicht correleert met een stijging van de prevalentie van kankers die verband houden met diabetes en overgewicht.
Een meta-analyse bevestigt eerdere studies en toont aan dat GLP-1-agonisten de cardiovasculaire sterfte en de incidentie van niet-fataal myocardinfarct en niet-fataal cerebrovasculair accident verlagen.
Volgens een post-hocanalyse van de FIELD-studie halveert fenofibraat het risico op jichtaanvallen bij type 2-diabetespatiënten.
De FDA geeft voor het eerst goedkeuring voor het op de markt brengen van een toestel dat gebruik maakt van artificiële intelligentie voor het stellen van een diagnose zonder tussenkomt van een arts.
Onderzoekers ontwikkelden en testten een app voor de zelfcontrole van diabetes om uit te zoeken welke persoonlijkheidsverschillen kunnen verklaren waarom mobiele tools bij sommige patiënten wel werken en bij andere niet.
Een Amerikaans team heeft in een algemene populatie van zo’n 11.000 personen tussen 10 en 18 jaar bij de 547 van wie uit het dossier bleek dat ze overgewicht hadden of obees waren (BMI > 85e percentiel) en een HbA1c tussen 5,7% en 7,9% hadden, de factoren onderzocht die bijdragen tot de progressie van de glykemie-afwijkingen.
De SYNTAX-score helpt bij het maken van een keuze tussen angioplastiek en overbruggingschirurgie bij diabetespatiënten met een meertakscoronairlijden.
Bij diabetespatiënten die slecht onder controle zijn, daalt het HbA1c-gehalte significant meer als de behandeling binnen 6 maanden wordt geïntensiveerd.
De hs-cTNT-waarde (High-Sensitivity Cardiac Troponin) lijkt een predictieve factor te zijn voor… diabetes.
Type 2-diabetes staat bekend als specifieke risicofactor voor achteruitgang van de cognitieve functies. Al lang wordt vermoed dat insulineresistentie daar een rol bij speelt.
Remmers van de type 2-natrium/glucose-cotransporter (SGLT2) zijn een recente ontwikkeling in de behandeling van diabetes. Ze worden enthousiast onthaald, omdat steeds meer gegevens erop wijzen dat deze nieuwe verbindingen het risico op diabetische nefropathie kunnen verlagen en de progressie van al aanwezige nierbeschadiging kunnen verminderen.
De isoflavonen die in verschillende variëteiten van soja worden teruggevonden, zouden afwijkingen van de seksuele functie kunnen veroorzaken bij mannen. Dat punt is bijzonder relevant bij diabetespatiënten, die sowieso al vaak een verminderd testosterongehalte hebben.
Langer en beter slapen zorgt voor een betere glycemiecontrole.
Volgens een verkennende studie kan je diabetische-voetletsels waarbij het bot blootligt, beter genezen met een CO2-laser.
Kinderen met diabetes type 1 moeten elke ochtend plannen wat ze die dag zullen eten en moeten op basis daarvan de hoeveelheid insuline berekenen die ze nodig hebben om hun bloedsuikerspiegel in evenwicht te houden. Voortaan kunnen de jonge patiëntjes daarvoor rekenen op een verrassende nieuwkomer wanneer ze bij de dokter langsgaan: Nao, de robot.
Een Japanse groep heeft de gegevens doorgenomen van de beroemde BARI 2-studie (Bypass Angioplasty Revascularization Investigation in type 2 diabetes) om het effect van β-blokkers op de morbiditeit en de mortaliteit te ramen.
De overleving van type 2-diabetespatiënten zonder nierfalen is mettertijd sterk verbeterd. Maar is dat ook zo bij patiënten met nierfalen?
Diabetes heeft een ongunstige invloed op de evolutie van hartfalen met een gevrijwaarde ejectiefractie in termen van kliniek, echografische bevindingen en incidentie van accidenten.
Een daling van de nierfunctie bij een diabetespatiënt is niet synoniem met diabetische nefropathie.
Volgens een observationele studie is het risico op overlijden, cardiovasculaire accidenten en ernstige hypoglykemie hoger bij patiënten die na een behandeling met metformine insuline krijgen dan bij de patiënten die een DPP-4-remmer nemen.
Bij type 2-diabetespatiënten is er vaak een verschil in systolische bloeddruk tussen de twee armen. Dat correleert met een hoger risico op beschadiging van de bloedvaten.
Volgens een retrospectief cohortonderzoek heeft de combinatie metformine + DPP-4-remmer een betere preventieve waarde dan de combinatie metformine + sulfonylureumderivaat (SU).
Bij type 2-diabetes correleren hypertriglyceridemie en een lage HDL-cholesterolconcentratie met een hoger risico op nierlijden.
Je kan een diagnose van prediabetes stellen op grond van de nuchtere glykemie en/of een orale glucosetolerantietest, en volgens de American Diabetes Association ook op grond van een HbA1c-gehalte van 5,7 tot 6,4%.
De glykemie na 1 uur bij een orale glucosetolerantietest kan nuttig zijn om patiënten met een prediabetes op te sporen die een hoger risico op leversteatose lopen.
Een depressie bij patiënten met diabetes correleert met een hoger risico op chronisch nierlijden.
Een studie heeft het verband onderzocht tussen de body mass index op het eind van de adolescentie en de sterfte aan diabetes in een stedelijk milieu. Resultaat: verontrustend.
Jonge volwassenen met antecedenten van prematuriteit vertonen een hoger cardiometabool risico, en dat blijft zo als ze de veertig gepasseerd zijn.
Obesitas is een bekende risicofactor voor type 2-diabetes, maar niet de enige. Een al dan niet gezonde voeding speelt ook mee.
De leeftijd waarop de menopauze plaatsvindt en de duur van de periode van genitale activiteit zijn twee factoren die het risico beïnvloeden.
Een Amerikaanse groep heeft het risico op ontwikkeling van type 2‑diabetes geëvalueerd naargelang van de consumptie van huisbereide maaltijden (HBM). Ze is daartoe uitgegaan van twee prospectieve studies, namelijk de Nurses' Health Study en de Health Professionals Follow-up Study, waarin de frequentie van HBM ‘s middags en ‘s avonds werd geregistreerd vanaf 1986.
Metformine is de eerstelijnstherapie bij een type 2-diabetes die niet onder controle is met niet-farmacologische maatregelen. Zowel volgens de ADA als volgens de EASD is een insulinetherapie een andere optie. Een Franse groep heeft een meta-analyse uitgevoerd om de waarde van insulinetherapie te evalueren.
Een recent literatuuroverzicht treedt de gedachte bij dat SGLT2-remmers heilzaam kunnen zijn voor type 2-diabetespatiënten met een hoog cardiovasculair risico.
Dat blijkt te verschillen naargelang het gaat om veralgemeende dan wel abdominale obesitas.
Door meting van het hs-troponine T-gehalte en het NTproBNP-gehalte kan het cardiovasculaire risico bij diabetespatiënten beter ingeschat worden.
Er is een reallifestudie uitgevoerd waarin de cardiovasculaire veiligheid van een combinatie van een GLP-1 RA (agonist van de GLP-1-receptor) en metformine (MET) rechtstreeks werd vergeleken met die van een combinatie van een DPP-4i (DPP-4-remmer), een sulfonylureumderivaat van de tweede generatie (SU2) of insuline en MET in dezelfde omstandigheden bij patiënten met type 2-diabetes (DT2).
Toediening van dit glitazon na een recent cerebrovasculair accident bij patiënten met insulineresistentie blijkt het risico op recidief van CVA, infarct en diabetes te verlagen in vergelijking met een placebo. Daarentegen neemt de kans op gewichtstoename, oedeem en breuken toe.
De recentste gegevens, die op 1.499.650 patiënten slaan, zijn veeleer geruststellend.
Een prospectieve studie naar de risicofactoren voor ischemisch hartlijden die werd uitgevoerd in Kuopio, Finland, had al aangetoond dat hoge bloedspiegels van polyonverzadigde omega 3-vetzuren afkomstig van een visrijke voeding gepaard gaan met een lagere incidentie van type 2-diabetes. Nu hebben de vorsers in kwestie het effect onderzocht van omega 6-vetzuren, die vooral van plantaardige oorsprong zijn.
Hoewel de titel natuurlijk wat overdreven is, blijken statines niet alleen positieve effecten te hebben, ook al zouden sommigen ze het liefst meteen aan het leidingwater willen toevoegen...
Het metaboolsyndroom is niet alleen schadelijk voor hart en bloedvaten, maar veroorzaakt ook cognitieve problemen.
Een genetische score kan helpen om het onderscheid te maken tussen type 1- en type 2-diabetes bij zwaarlijvige jongeren.
Dat type 2-diabetes het risico op cardiovasculaire aandoeningen verhoogt, is bekend. Wat velen echter misschien niet weten, is dat het risico meer toeneemt bij vrouwen dan bij mannen. Geldt dat ook voor dementie, een aandoening die eveneens in verband staat met type 2-diabetes?
Hebben de duur van de diabetes en de glykemiecontrole invloed op het risico dat patiënten met een atriumfibrillatie een ischemisch CVA krijgen?
Voor vrouwen met diabetes is het sterk aanbevolen om hun zwangerschappen te plannen, zodat hun glykemie goed gecontroleerd kan worden. Helaas gaat het er in de werkelijkheid soms heel anders aan toe.
Een grote populatiestudie leert dat mensen van 45 jaar 48,7% kans lopen om ooit prediabetes te ontwikkelen. Het risico op evolutie van prediabetes naar diabetes bedraagt 74%.
Een follow-up van de patiënten met type 2-diabetes in de ACCORD-studie leert dat een intensieve glykemiecontrole geen effect heeft op de sterfte en de frequentie van cardiovasculaire accidenten op lange termijn.
Bij patiënten zonder vitamine D-tekort zal toediening van vitamine D de evolutie van prediabetes naar diabetes niet afremmen.
Krijgen diabetespatiënten gemakkelijker NAFLD (non-alcoholic fatty liver disease) dan mensen zonder diabetes?
Meting van de spierkracht zou nuttig kunnen zijn om patiënten met een risico op diabetes op te sporen.
Behandeling van personen met prediabetes en obesitas met de fosfodiësterase type 5-remmer sildenafil verbetert de insulinegevoeligheid.
De prevalentie van type 2-diabetes is dezelfde bij mannen en vrouwen, maar de cardiovasculaire gevolgen van de ziekte zijn duidelijk slechter bij vrouwen.
Een overzichtsartikel gepubliceerd in Expert Opinion on Drug Safety door prof. André Scheen (CHU Liège) bespreekt de werkzaamheid en de veiligheid van SGLT2-remmers.
De mortaliteit bij type 2-diabetes hangt af van meerdere factoren. Verrassend is dat in de hoogste leeftijdsklassen het risico lager blijkt bij diabetespatiënten dan bij controlepersonen uit de algemene populatie.
Een Amerikaanse studie heeft aangetoond dat vrouwen met zwangerschapsdiabetes minder vaak type 2-diabetes zullen krijgen als ze borstvoeding geven.
Zover zijn we nog niet, maar een gerandomiseerde Amerikaanse studie toont aan dat een substitutiebehandeling met testosteron bij patiënten met type 2-diabetes niet alleen het androgeentekort oplost, maar tevens de insulinegevoeligheid en de algemene metabole toestand verbetert.
Echt geen goed idee en al zeker niet bij type 2-diabetespatiënten, die de rekening betalen bij de volgende maaltijden.
Een Roux-en-Y-maagderivatie resulteert vaak in een sterke vermagering en een remissie van eventuele type 2-diabetes. Een Deense groep heeft aangetoond dat dat vooral te danken is aan een verbetering van de insulinegevoeligheid in de belangrijkste perifere glucoseopslagplaatsen (vooral skeletspieren en vetweefsel).
Bij zwaarlijvige type 2-diabetespatiënten geeft bariatrische chirurgie − ook metabole chirurgie genoemd − betere langetermijnresultaten dan een standaard medische behandeling, zo blijkt uit een studie die specifiek werd ontworpen om beide opties te vergelijken.
Algemeen wordt aangenomen dat lichaamsbeweging de inspanningstolerantie verbetert via gunstige effecten op het hart en de longen. Dat blijkt echter maar een stukje van de waarheid te zijn.
Dat is vaak zo. Maar moet er in de klinische praktijk altijd worden gezocht? En als men zoekt, wat doet men dan met wat men vindt?
De gunstige effecten van een longitudinale gastrectomie op overgewicht en diabetes nemen stilaan af.
Drie SNP’s (single nucleotide polymorphisms) van het VEGFC-gen correleren significant met het optreden van diabetische retinopathie.
Een systematisch literatuuroverzicht aangevuld met een meta-analyse toont aan dat insuline niet de enige oorzaak is.
Insulineresistentie kan een beschermende werking hebben bij zwaarlijvige mensen met een normale nuchtere glykemie.
Orale magnesiumsupplementen verlagen de glykemie en verbeteren de glykemiecontrole bij patiënten met prediabetes en hypomagnesiëmie.
Secundaire analyses van de Look AHEAD-studie wijzen erop dat een intensieve interventie op de levenswijze de incidentie van gevorderd nierlijden bij type 2-diabetes kan verlagen.
… en ik zal je zeggen hoeveel kans je loopt op diabetes en coronairlijden.
[Researchafdeling Neuropsychologie en Functionele Beeldvorming van het Center for Research in Cognition and Neurosciences (CRCN) en het ULB Neuroscience Institute (UNI), Université Libre de Bruxelles (ULB), Brussel] In dit artikel worden de negatieve gevolgen van een algemeen slaaptekort op de gezondheid besproken, en dan vooral het risico op diabetes. Een slaaptekort vergroot immers het risico op de ontwikkeling van diabetes type 2. Epidemiologische studies bevestigen deze gegevens: twee meta-analyses, waaronder prospectieve studies, tonen aan dat te weinig slaap (minder dan 6-7 uur per nacht) kan worden gelinkt aan een hoger risico op de ontwikkeling van diabetes. Een onregelmatig slaappatroon, zoals dat van iemand die in shifts werkt, leidt niet alleen tot een slaaptekort, maar ook tot zogenaamde ‘circadiane ritmestoornissen’, of een inwendige desynchronisatie die het risico op de ontwikkeling van diabetes gelinkt aan slaapgebrek kan verhogen. De mechanismes die daarvoor verantwoordelijk kunnen zijn, worden aangehaald. Op de vraag of het omgekeerde – dus méér slaap – een gunstig effect heeft op het risico om diabetes te ontwikkelen, blijft de wetenschap voorlopig het antwoord schuldig. In een volgende fase van het onderzoek moeten de mogelijke effecten van een aangepast slaappatroon op prediabetici en/of diabetici worden getest. Published ahead of print.
De gezondheidsautoriteiten hebben goedkeuring verleend voor de terugbetaling van Boehringer Ingelheims empagliflozine, bij gebruik naast dieet en lichaamsbeweging bij volwassenen met diabetes type 2...
Coronaire overbruggingschirurgie is minder efficiënt bij diabetes. Vroegere studies die geprobeerd hebben daar een verklaring voor te vinden, hebben vooral gekeken naar het type behandeling met of zonder insuline en niet zozeer naar het type diabetes.
We bepalen almaar vaker de concentratie van geglycosyleerde hemoglobine (HbA1c) om diabetes te diagnosticeren. Een HbA1c-gehalte van 6,5% of meer wijst op diabetes. Een Britse studie herinnert er evenwel aan dat je moet controleren of de patiënt geen bloedarmoede heeft.
Een merkwaardige observatie, maar als type 2-diabetespatiënten stoppen met roken, kan dat gepaard gaan met een tijdelijke verslechtering van de glykemiecontrole.
Meerdere publicaties beschrijven een verband tussen psoriasis en diabetes, maar het effect van psoriasis op de incidentie van micro- en macrovasculaire complicaties bij diabetes werd tot dusver niet grondig onderzocht.
De ophoping van zoveel risicofactoren laat vermoeden dat dit inderdaad zo is. Het antwoord blijkt echter genuanceerd te zijn.
Een post-hocanalyse van EXAMINE lijkt erop te wijzen dat alogliptine niet gepaard gaat met een verhoogd risico op hartinsufficiëntie bij patiënten met type 2-diabetes met een recente voorgeschiedenis van acuut coronair syndroom. Enkele cijfers en commentaar van twee experts.
Het aanbod aan therapeutische mogelijkheden voor type 2-diabetes is ondertussen bijzonder groot en sommigen menen dat er voor sulfonylurea geen toekomst meer is. Een recente systematische review over hun veiligheid levert genuanceerde resultaten op en brengt de discussie op gang.
Een transversale studie uitgevoerd in Nederland wijst erop dat er een verband bestaat tussen het door de LDL-receptor gemedieerde transmembraneuze cholesteroltransport en type 2-diabetes.
WCO-IOF-ESCEO 2015 Implicaties en uitleg door prof. Serge Ferrari (Genève).
Bij mannen van middelbare leeftijd met type 2-diabetes kan de neiging tot hypogonadisme worden verminderd door het juiste geneesmiddel te kiezen als eerstelijnsbehandeling.
Bij gedialyseerde type 2-diabetespatiënten correleren de concentraties van SAA en SP-B met het risico op cardiovasculaire accidenten en de totale sterfte. Die markers blijken verband te houden met afwijkingen van de HDL-cholesterolpartikels.
Een meta-analyse heeft het nut van remmers van het renineangiotensinesysteem bij diabetische retinopathie geëvalueerd.
Patiënten met type 2-diabetes vertonen vaak een obstructieve slaapapneu en beide aandoeningen verhogen het cardiovasculaire risico. Nochtans is het verband tussen beide onvoldoende onderzocht.
Het gebeurt dat het menselijk groeihormoon in een laboratorium louter gebruikt wordt om technische redenen. Tot vandaag dacht men dat er geen impact was op de onderzoeksresultaten. Onderzoekers van de KU Leuven stelden echter vast dat het de productie van insuline beïnvloedt.
Een team uit Barcelona en omgeving was nieuwsgierig naar de invloed van de duur van type 2-diabetes op de glykemiecontrole en de beheersing van de andere grootste cardiovasculaire risicofactoren.
Twee recente studies geven daar een antwoord op. Eén studie heeft het effect van twee frequente technieken vergeleken op de insulinetherapie en het remissiepercentage. De andere studie heeft het effect van bariatrische chirurgie op de totale sterfte onderzocht.
Om na te gaan of er een correlatie bestaat tussen de glykemie en het risico op pancreaskanker heeft een Taiwanese groep een meta-analyse uitgevoerd van alle prospectieve studies die daarover werden uitgevoerd.
De Onafhankelijke Ziekenfondsen (MLOZ) onderzochten de vaccinatiegraad tegen seizoensgriep bij hun bijna 97.000 leden met diabetes. De vaccinatiegraad bedraagt 41%. "Dat is meer dan het gemiddelde, maar er is nog heel wat werk aan de winkel", stelt het ziekenfonds, net nu het vaccinatieseizoen in volle gang is. De MLOZ zijn voorstander van een grotere sensibilisatie van de risicogroepen en van een gecentraliseerde registratie van de vaccinatiegegevens. Opmerkelijk: het aantal gevaccineerde diabetici stijgt tot 53% bij diegenen die in een zorgtraject zijn opgenomen.
[1. Dienst Endocrinologie, UZ Leuven. 2. Dienst Gynaecologie & verloskunde, UZ Leuven] Zwangerschapsdiabetes is een frequente verwikkeling tijdens de zwangerschap. Hoewel het glucosemetabolisme vaak normaliseert kort na de bevalling, blijven deze vrouwen een sterk verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van glucose-intolerantie en diabetes na de bevalling. Onderzoek van een recente cohort met zwangerschapsdiabetes in UZ Leuven, toont aan dat 44% van alle vrouwen glucose-intolerantie of diabetes ontwikkelt in de eerste 6 maanden na de bevalling. De belangrijkste risicofactoren in onze populatie voor het ontwikkelen van glucose-intolerantie kort na de bevalling zijn een hogere BMI, hogere glucosewaarden op de OGTT in de zwangerschap, een vroegere diagnose van zwangerschapsdiabetes en nood aan intensieve insulinetherapie tijdens de zwangerschap. Eén vijfde van alle vrouwen kwam echter niet opdagen voor de geplande OGTT postpartum. Bovendien hadden deze vrouwen een hoger risicoprofiel in vergelijking met vrouwen die wel een OGTT kregen postpartum. Bijkomende strategieën zijn dan ook nodig om een betere follow-up te verzekeren. Published ahead of print.
BHL Vol. 30 Nr. 1
Schrijf u gratis in op onze wekelijkse nieuwsbrief en ontvang het laatste nieuws en nog veel meer ...