Federaal minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) heeft maandagnamiddag het kinderobesitasziekenhuis van het UZ Brussel bezocht in Brussel. Het centrum, sinds eind 2023 erkend als Pediatrisch Multidisciplinair Obesitascentrum (PMOC), presenteerde tijdens het bezoek de eerste resultaten van zijn werking.
Uit de eerste resultaten van het kinderziekenhuis voor obesitas blijkt dat de werking vooral voordelig is om een duidelijker beeld te krijgen van de problematiek bij kinderen en jongeren en welke gezondheidsproblemen zij ervaren. Het multidisciplinaire zorgpad en de samenwerking met andere actoren zorgen voor een betere aanpak op maat van de patiënten.
In 2024 werden 264 kinderen en jongeren tussen 2 en 18 jaar begeleid in het UZ Brussel. De gemiddelde leeftijd was 11,4 jaar, 41 procent van hen startte tijdens de puberteit. Bij aanvang van het traject had 54 procent van de patiënten insulineresistentie, 38 procent een verhoogde bloeddruk en 61 procent mentale gezondheidsproblemen. Deze kinderen en jongeren hebben meer te kampen met slaapproblemen, eetbuien, leerstoornissen en vertraagde ontwikkeling en depressie, aldus UZ Brussel.
Vandenbroucke sprak tijdens zijn bezoek met een patiënte in het kinderobesitasziekenhuis en woonde ook een sessie kinesitherapie bij. Tijdens de kinesessies wordt onder andere een zesminutenwandeltest afgenomen, waarmee de fysieke conditie van de patiënt vergeleken wordt met die van leeftijdsgenoten - een extra hulpmiddel om jongeren te motiveren om minder sedentair te leven. Niet alleen te weinig bewegen, maar ook een te zittende levensstijl speelt een rol bij obesitas bij jongeren, vaak versterkt door overmatig schermgebruik.
De minister loofde de inzet en betrokkenheid van het centrum. "Obesitas is een complexe ziekte die potentieel een enorme impact kan hebben op het leven van deze kinderen, en ook op hun toekomstige leven als volwassene. Om alle factoren van deze ziekte goed te kunnen beheersen, is een multidisciplinaire aanpak zoals hier essentieel", aldus de federale minister.