Het koninklijk besluit dat de e-sigaret een keurslijf aanmeet, staat vandaag in Het Staatsblad. Zes maanden na publicatie treedt het in werking, de kleinhandelaar krijgt nog eens zes maanden extra als overgangsperiode om zijn stock te kunnen verkopen.
De voorziene wijzigingen van het bestaande KB slaan vooral op de definities, de kennisgeving, de samenstelling en technische normen, de etikettering en de verkoop op afstand. Bovendien worden nicotinevrije navulverpakkingen voortaan ook gereglementeerd.
Er wordt nu bijvoorbeeld opgenomen dat het verboden is om elektronische sigaretten op de markt te brengen met aantrekkelijke functionaliteiten die niet nuttig zijn voor de werking van het toestel. De e-sigaret mag geen andere functie mag dan het aanmaken van damp om te worden geïnhaleerd. Op internet en sociale media zijn al filmpjes te zien van toestellen die de kleur van de damp kunnen wijzigen via ledverlichting. Men probeert hiermee bijvoorbeeld figuurtjes te maken met de damp. Dat kan niet de bedoeling zijn, luidt het.
Verboden additieven
De minister krijgt verder de mogelijkheid om een lijst van verboden additieven op te stellen, of een lijst van specifiek toegelaten additieven of zelfs een combinatie van twee lijsten. Hij kan ook de normen en analysemethodes definiëren die door de fabrikanten en invoerders gebruikt moeten worden om de toepassing te controleren van de bepalingen inzake samenstelling en emissies. Dat zal resulteren in een betere vergelijkbaarheid van de analyseresultaten en dus een betere controle op de samenstelling van de e-vloeistoffen.
Een andere ontradende maatregel is dat de vermelding of suggestie van een smaak, geur of aroma slechts in één woord en in een bepaald lettertype en een bepaalde grootte mag verschijnen om het product minder aantrekkelijk te maken.
Het verbod op verkoop op afstand wordt bevestigd en uitgebreid door het verbod op de aankoop op afstand.
Voorzorgsbeginsel
Er is weliswaar weinig literatuur over de gezondheidseffecten van nicotinevrije e-liquids. Op basis van het voorzorgsbeginsel past het echter om er wetgeving voor op te stellen.
Andere lidstaten hebben deze producten reeds gereglementeerd, zoals Nederland, Hongarije, Tsjechië, Finland, Letland, Litouwen, Duitsland, Luxemburg en Denemarken.
Het KB legt ook regels vast over het kennisgevingsdossier om op de Belgische markt de producten te mogen aanbieden. Voldoet de importeur niet aan de voorwaarden, dan kan hij de Belgische markt niet op. Een keer op de markt kan de gezondheidsinspectie - op basis van datzelfde 'kennisgevingsdossier' - veel beter controleren.
