Vervuiling met fijnstof heeft in 2019 in België circa 6.500 vroegtijdige overlijdens veroorzaakt. Dat blijkt uit een rapport van het Europese Milieuagentschap. In de hele EU ging het om 307.000 vroegtijdige overlijdens, 11,3 procent minder op een jaar tijd.
Naast de 6.500 vroegtijdige overlijdens in België door fijnstofdeeltjes met een diameter kleiner dan 2,5 micrometer (PM 2,5), schat het milieuagentschap dat 750 mensen te vroeg stierven door stikstofdioxide (NO2) en 270 mensen door ozonvervuiling (O3).
In de hele Europese Unie gaat het respectievelijk om 307.000 (PM 2,5), 40.400 (NO2) en 16.800 (O3) vroegtijdige overlijdens.
Volgens de studie had meer dan de helft (58 procent) van die levens theoretisch gered kunnen worden mochten alle 27 EU-lidstaten de laatste nieuwe luchtkwaliteitsnormen van de Wereldgezondheidsorganisatie hebben gehaald. In België gaat het om 54 procent, of ongeveer 3.500 overlijdens die vermeden hadden kunnen worden.
Hartziekten en beroertes zijn de vaakst voorkomende oorzaken van vroegtijdig overlijden gelinkt aan luchtvervuiling, gevolgd door longziekten en longkanker.
Er is de laatste decennia veel vooruitgang geboekt. In het begin van de jaren negentig veroorzaakte fijnstof nog bijna een miljoen vroegtijdige overlijdens in de 27 EU-landen. In 2005 was dat al gedaald naar 450.000 en in 2019 dus naar 307.000.