Slechts een op de drie ziekenhuizen in ons land beschikt over een kliniek cardio-oncologie, 1 op de tien heeft een permanente structuur om deze patiënten te verzorgen. Amper 1,2 cardiologen op de tien beschouwt zichzelf hier als expert, blijkt uit een enquête van de Belgian Society of Cardiology.
Uit recent onderzoek van de BSC blijkt dat slechts één op de drie Belgische ziekenhuizen over een speciale kliniek of afdeling voor cardio-oncologie beschikt en amper 10 procent over een permanente structuur voor de verzorging van deze patiënten.
Drie vierde van de respondenten (606 leden van de BSC) gaf aan dat ze in de voorgaande maanden één tot twintig patiënten met cardiovasculaire complicaties hadden behandeld na een kankerbehandeling, een kwart had meer dan 20 patiënten op consultatie gehad.
Ruim de helft (54%) werkte in een algemene cardiologiekliniek of afdeling, 16% parttime, slechts 3% in speciale cardio-oncologiecentra in gespecialiseerde kankerziekenhuizen.
Geen experts
Uit de enquête blijkt bovendien dat slechts 1,2 op de tien cardiologen zichzelf als expert beschouwt binnen de cardio-oncologie. Daarom antwoordt 69 procent van de respondenten uitgesproken "ja" op de vraag of de BSC educatieve cursussen moet organiseren binnen dit domein. Ongeveer de helft beoordeelde zijn eigen kannis voor de behandeling van patiënten met cardiovasculaire aandoeningen zoals LV-disfunctie en atriumfibrilleren als 'redelijk' en slechts een op de negen zag zichzelf als expert. Een klein aantal (5-7%) beoordeelt zijn kennis als 'slecht'.
In vergelijking met gegevens van de Europese vereniging (30%) ligt het aantal experts in België (11%) veel lager. Ongeveer 29% van de respondenten verklaarde jaarlijks meer dan 20 verwijzingen van huisartsen te ontvangen. Twee op de drie zouden geregeld cardiovasculaire patiënten zien en bekend zijn met de geschiedenis van kanker.
> Lees ook: Nieuwe discipline cardio-oncologie in België achterop tegenover buurlanden
> cardiale-revalidatie-helpt-hartpatienten-sneller-weer-aan-het-werk