In UZ Leuven werd dit najaar voor het eerst in België een harttransplantatie uitgevoerd met behulp van een nieuwe bewaringstechniek. Dankzij de nieuwe techniek kan een donorhart bijna vijf keer langer bewaard worden, wat leidt tot een lagere sterftekans na de operatie. De ingreep maakt deel uit van een internationale studie onder leiding van UZ Leuven.
Tot op heden worden donorharten op ijs bewaard. Omdat er vandaag meer patiënten met complexere aandoeningen harttransplantaties ondergaan dan vroeger, is er grote nood om donorharten langer te bewaren buiten het lichaam.
De nieuwe techniek zorgt ervoor dat de kans op succes bij de transplantatie groter wordt. "Wanneer een donorhart op ijs wordt bewaard, wordt de kans op ernstig hartfalen groter zodra het hart langer dan drie uur uit het lichaam is", legt professor Filip Rega uit, die de transplantatie uitvoerde.
De studie onderzoekt of een hart ook bewaard kan worden met behulp van een machine en een speciaal daarvoor ontwikkelde vloeistof. "Met de bewaarmachine kan een constante, ideale temperatuur worden aangehouden en kunnen we extra voedingsstoffen toedienen. Het hart kan zo tot 24 uur bewaard worden en blijft nadien goed functioneren."
Andere organen, zoals nieren, worden al langer op die manier bewaard. "Een hartspiercel is een complexe cel. Ze is veel gevoeliger voor zuurstoftekort dan lever-, nier- of longcellen. Dat het zo lang duurt voor we nieuwe technieken kunnen introduceren, heeft dus vooral met de aard van de cellen te maken", besluit Rega.