Om de behandeling en prognose van acuut myocardinfarct te verbeteren, is er recent hernieuwde interesse in de inflammatoire respons tijdens en na het infarct. Zo gebeurt op dit moment veel onderzoek naar RNA-gebaseerde biomerkers in de cardiologie, gecoördineerd door een internationaal consortium van onderzoekers (EU-CardioRNA COST Action CA17129). Mede gezien de succesvolle ontwikkelingen op vlak van RNA-gebaseerde covid-19-vaccins en de PCSK9-inhibitor inclisiran, is de publieke interesse in RNA-gebaseerde biomerkers binnen de cardiologie dan ook sterk toegenomen.
Volgens een observatiestudie die gepubliceerd is in Heart vertoont ongeveer de helft van de patiënten die een statine krijgen een suboptimale therapeutische respons, waardoor ze een hoger risico lopen op cardiovasculaire ziekte (CVZ).
Matige en hoge niveaus van fysieke activiteit in de vrije tijd worden consistent in verband gebracht met een verminderd risico op cardiovasculaire ziekten. De relatie tussen fysieke activiteit op het werk en cardiovasculaire ziekten daarentegen is veel minder eenduidig en heel wat tegenstrijdige resultaten zijn in de literatuur gedocumenteerd...
Jichtpatiënten lopen een hoger cardiovasculair risico. Daarom is het wenselijk een urinezuurverlagende behandeling voor te schrijven met een beter cardiovasculair profiel, vooral bij patiënten die al een hart- en vaataandoening vertonen.
Bijna een derde van de patiënten met psoriasis of psoriatische artritis loopt een hoog cardiovasculair risico volgens de framinghamscore en in een kwart tot een derde van de gevallen worden de klassieke, corrigeerbare risicofactoren niet gediagnosticeerd en/of behandeld.
Prof. Robert Storey was betrokken bij verschillende grote studies over bloedplaatjesaggregatie bij patiënten met een acuut coronair syndroom. Hij heeft ook meegewerkt aan de uitwerking van de ESC-richtlijnen over de behandeling van een infarct. In zijn uiteenzetting besprak hij vol overtuiging het belang van een goede plaatjesaggregatieremmende behandeling bij ACS-patiënten.
Vroegere studies hebben een verband aangetoond tussen een infarct en een hoger risico op dementie, maar dat waren vaak kleine studies met een slechts zwak of twijfelachtig verband waarbij ook vaak geen onderscheid werd gemaakt tussen de verschillende vormen van dementie.
De IL-1β-remmer canakinumab vermindert het risico op cardiovasculair recidief door de ontsteking te verminderen. Dat is de conclusie uit de CANTOS-studie die op het ESC werd gepresenteerd door Paul Ridker (1) en in de NEJM werd gepubliceerd (2).
Anacetrapib, een CETP-remmer, vermindert het risico op een hartinfarct en daarmee gerelateerde cardiovasculaire complicaties bij patiënten die intensief met statines worden behandeld. Dat blijkt uit de resultaten van de REVEAL-studie, die werden gepresenteerd op het congres van de ESC (1) en gepubliceerd in de NEJM (2).
De auteurs hebben de literatuur doorgenomen om de incidentie van myocardinfarct te bepalen bij 5 grote types van artritis.
We wisten al dat depressie een cardiovasculaire risicofactor is, maar daar blijft het niet bij.
Er zijn aanwijzingen dat biologisch resorbeerbare vaatstents (Bio Resorbable Scaffolds, BRS) een hoger risico op trombotische complicaties inhouden. Een recente publicatie in de JACC (Journal of the American College of Cardiology) treedt dat bij.
De SYNTAX-score helpt bij het maken van een keuze tussen angioplastiek en overbruggingschirurgie bij diabetespatiënten met een meertakscoronairlijden.
Een subanalyse van het GHOST-EU-register heeft het effect van een biologisch resorbeerbare vasculaire steiger onderzocht volgens de lengte van de coronaire letsels.
Het is bekend dat een mediterrane voeding de LDL-cholesterolconcentratie verlaagt, maar dat verklaart niet alle gunstige effecten die eraan worden toegeschreven. Een studie uitgevoerd bij patiënten die hadden deelgenomen aan de PREDIMED-studie (Prévention par la Diète Méditerranéenne) geeft nieuwe informatie.
Patiënten met reumatoïde artritis lopen een hoger risico op myocardinfarct. Kan je dat risico verlagen met een behandeling met een TNF-alfa-antagonist?
6 maanden of 24 maanden … Moet je bij het bepalen van de duur van toediening van twee plaatjesremmers na een angioplastiek ook rekening houden met een eventuele nierinsufficiëntie?
Bij een restenose in de stent zijn er twee mogelijkheden: een drug eluting ballon of een drug eluting stent. Wat is de beste optie?
Een Japanse groep heeft de gegevens doorgenomen van de beroemde BARI 2-studie (Bypass Angioplasty Revascularization Investigation in type 2 diabetes) om het effect van β-blokkers op de morbiditeit en de mortaliteit te ramen.
[Philippe Mauclet, naar de uiteenzetting van Raphaël Twerenbold (Universitätsspital Basel, Zwitserland)] Biomarkers vormen een belangrijk diagnostisch hulpmiddel bij patiënten die zich op de spoedgevallen melden met thoracale pijn en van wie het elektrocardiogram weinig oplevert. De meest geschikte strategie kan worden bepaald met een ‘rule-out, rule-in’-algoritme gebaseerd op de concentratie van hs-cTn (high-sensitivity cardiac troponin) bij presentatie en 1 uur daarna.
Als een patiënt met een trombocytopenie als gevolg van een hematologische kanker een acuut myocardinfarct ontwikkelt, zou het toch beter zijn om ASZ te gebruiken dan niet.
Een albuminespiegel ≤ 3,5g/dl is een onafhankelijke voorspeller van hartfalen en ziekenhuissterfte bij patiënten die zijn opgenomen wegens een acuut coronair syndroom.
Uit een meta-analyse blijkt dat bioresorbeerbare stents op lange termijn gepaard gaan met een hoger risico op evenementen dan drug-eluting stents van de tweede generatie.
ACE-remmers/sartanen maken, net als aspirine, statines en bètablokkers deel uit van de behandelingen die worden aanbevolen als secundaire preventie bij patiënten met coronairlijden, maar is die aanbeveling wel gerechtvaardigd als de hartfunctie niet gedaald is?
Als congestief hartfalen (HF) niet goed onder controle is, leidt het vaak tot longoedeem waarvoor de patiënt moet worden opgenomen. We weten overigens dat ongeveer 25% van de patiënten die in het ziekenhuis worden opgenomen, binnen een jaar opnieuw zullen worden opgenomen. De vroege opsporing van een dreigende verergering van de HI lijkt dus essentieel om die (dure) heropnames te voorkomen.
Familiale hypercholesterolemie (FH) is de frequentste genetische ziekte in de cardiologie. De frequentie van heterozygote FH (hFH), de vorm die het vaakst voorkomt, bedraagt 1 op 200 tot 1 op 500.
Patiënten met coronairlijden zijn vooral bang dat ze gaan sterven aan de gevolgen van hun aandoening, want zowat iedereen denkt dat er niets ergers bestaat. Logisch, maar logica en werkelijkheid gaan niet altijd goed samen. Soms ligt de waarheid elders …
De prevalentie van coronaire atheroomplaten is verhoogd bij patiënten met psoriatische artritis zonder bewezen coronaire voorgeschiedenis.
Mogelijk voorspelt de hsCRP-snelheid de sterfte op korte termijn bij een STEMI.
Het MINAP-register (Myocardial Ischemia National Audit Project) omvat de gegevens van de volwassenen die wegens een ACS worden opgenomen in ziekenhuizen in Engeland en Wales.
In de WOSCOPS-studie werd pravastatine onderzocht voor de preventie van infarct bij patiënten met hyperlipidemie. De auteurs hebben de gegevens van die studie geanalyseerd om de voorspellende waarde van de troponinespiegel te evalueren buiten het kader van coronairlijden.
Het cardiovasculaire risico wordt bepaald door genetische factoren en de levenswijze. In welke mate kan een gezonde levenswijze een verhoogd genetisch risico compenseren?
De EXCEL-studie (Evaluation of XIENCE versus Coronary Artery Bypass Surgery for Effectiveness of Left Main Revascularization), een gerandomiseerde, internationale studie bij 1.905 patiënten, geeft een gedeeltelijk antwoord op deze vraag.
Een groep uit Zuid-Korea heeft gezocht naar een eventuele correlatie tussen een metaboolsyndroom en subklinische verschijnselen van atherosclerose en naar het effect van de lichamelijke conditie op die correlatie.
Een groep van Harvard heeft de gegevens doorgenomen van 116.430 vrouwen die gedurende 20 jaar werden gevolgd in het kader van de Nurses’ Health Study II. Na uitsluiting van de vrouwen met cardiale accidenten of een oud cerebrovasculair accident bleken 11.903 vrouwen laparoscopisch aangetoonde endometriose te vertonen. Bij vergelijking van die vrouwen met de andere vrouwen in de gegevensbank zijn de auteurs tot de conclusie gekomen dat het risico op infarct 1,52-maal hoger was, het risico op angina pectoris 1,91-maal hoger en het risico op coronairlijden waarvoor een invasieve of chirurgische ingreep vereist was, 1,35-maal hoger.
Hoewel de titel natuurlijk wat overdreven is, blijken statines niet alleen positieve effecten te hebben, ook al zouden sommigen ze het liefst meteen aan het leidingwater willen toevoegen...
Inactivering van angiopoietin-like 4 (ANGPTL4) verlaagt de serumtriglyceriden en de waarschijnlijkheid van coronairlijden.
Als de antwoorden op de BDI-II-vragenlijst (Beck Depression Inventory-II) wijzen op somatische en/of psychische tekenen van een depressie, voorspelt dat een hogere morbiditeit en mortaliteit, zowel bij patiënten met een bekende hart- en vaataandoening als bij patiënten met een asymptomatische hart- en vaataandoening.
De After Eighty study toont aan dat een invasieve strategie bij patiënten met een NSTEMI of instabiele angina pectoris beter is dan een conservatieve behandeling, zelfs bij 80-ers.
Bij coronaire hartchirurgie zijn preoperatieve inname van acetylsalicylzuur en stopzetting ervan evenwaardig op het vlak van preventie van overlijden, trombotische incidenten en bloedingen.
De klinische studies waarin het effect van polyonverzadigde omega 3-vetzuren (ω3) na een infarct werd onderzocht, hebben tegenstrijdige gegevens opgeleverd. Bovendien zijn er weinig studies uitgevoerd in de gewone klinische praktijk. Wat staat je dan te doen als clinicus?
In enkele jaren tijd is de body mass index een soort barometer van onze gezondheidstoestand geworden, vooral op cardiometabool vlak. Is dat wel redelijk?
Volgens een recente meta-analyse is er tussen een resorbeerbare stent en een drug-eluting everolimusstent geen verschil qua totale sterfte, cardiovasculaire sterfte, incidentie van infarct en revascularisatieprocedures.
De incidentie van slaapapneusyndroom blijkt verhoogd te zijn bij patiënten met een acuut coronair syndroom.
Patiënten met reumatoïde artritis (RA) lopen een tweemaal hoger risico op hart- en vaataandoeningen dan de algemene bevolking. Een studie van de Mayo Clinic leert evenwel dat de cardiovasculaire sterfte aan het dalen is.
De resultaten na 1 jaar van de TOTAL-studie pleiten niet voor aspiratie van de trombus voor het uitvoeren van een angioplastiek bij een myocardinfarct met ST-segmentelevatie, verre van.
Dat is althans de conclusie van een studie in de European Heart Journal die de correlatie tussen een normalisering van de testosteronspiegel en de incidentie van vasculaire accidenten heeft onderzocht.
Een bijwerking van de vele infocampagnes over de mogelijke ernst van pijn in de borstkas, is dat de spoeddiensten nog wat meer overstelpt raken. Volgens een recente Britse studie zou een laboratoriumonderzoek daar verandering in kunnen brengen.
Ischemische preconditionering op afstand blijkt nauwelijks van enig nut te zijn bij hartchirurgie met cardiopulmonale bypass en niet significant beter dan een nepprocedure.
Een volledige revascularisatie op geleide van de coronaire fractionele flowreserve verlaagt het risico op latere complicaties na een STEMI met meertakscoronairlijden.
Fructosamine en geglycosyleerde albumine zijn biomarkers van de glykemiecontrole op korte termijn. In tegenstelling tot het HbA1c-gehalte was de correlatie tussen die eerste twee markers en de cardiovasculaire prognose nog niet onderzocht.
SCOT HEART heeft het effect van een CT-scan van de kransslagaders op de behandeling en de prognose van patiënten met een vermoeden van angina pectoris onderzocht. Aan u om de klinische impact van de gegevens te beoordelen.
… en ik zal je zeggen hoeveel kans je loopt op diabetes en coronairlijden.
De algemene directie statistiek van de federale overheidsdienst heeft recentelijk de doodsoorzaken in het jaar 2012 in België gepubliceerd en online gezet. Hart- en vaataandoeningen staan nog altijd op de eerste plaats.
Omdat de nuchtere serumtriglyceriden een recidief van ischemie voorspellen bij patiënten die een statine krijgen.
Op basis van de dagelijkse antwoordsessies in The Daily Wire. Naar aanleiding van het EuroPCR (Parijs, 19-22 mei) werden de voorzitters van de werkgroepen voor interventionele cardiologie uitgenodigd om enkele vragen te beantwoorden over de situatie en de praktijkvoering in de interventionele cardiologie. Prof. Walter Desmet van de KU Leuven heeft zich van die taak gekweten. Wist u dat in België…
Coronaire overbruggingschirurgie is minder efficiënt bij diabetes. Vroegere studies die geprobeerd hebben daar een verklaring voor te vinden, hebben vooral gekeken naar het type behandeling met of zonder insuline en niet zozeer naar het type diabetes.
De PURE-studie leert dat de kracht van een handdruk meer zegt over iemands gezondheid dan de bloeddruk, en dat een slappe handdruk een niet zo rooskleurige toekomst voorspelt.
Een oud gezegde, dat een nieuwe toepassing vindt bij rookstop. Een meta-analyse toont aan dat rookstop op de leeftijd van 60 jaar of later de cardiovasculaire sterfte verlaagt.
Analyse van de gegevens van Zweedse registers leert dat androgeendeprivatietherapie het cardiovasculaire risico verhoogt. Dat tempert de verhoopte therapeutische voordelen op oncologisch vlak.
Genetische factoren kunnen een verklaring vormen voor het verband tussen een kleinere gestalte en het hogere risico op coronairlijden dat in epidemiologische studies wordt beschreven.
De resultaten van de EUROASPIRE IV-studie spreken voor zich: patiënten die een risico lopen, blijven roken en ongezond eten, ze wegen te veel en bewegen niet. Ze nemen wel geneesmiddelen in, maar voelen weinig voor preventie en revalidatie. Voor de onderzoekers is het moment gekomen om na te denken over een nieuwe aanpak.
Er is al heel wat geschreven over het verband tussen hormonale substitutietherapie bij de menopauze en de cardiovasculaire gezondheid. Toch weten we er nog niet alles over...
Dit onderwerp wordt zelden aangesneden tijdens het spreekuur, en als het al ter sprake komt, leidt het advies van de artsen vaak tot overdreven voorzichtigheid.
Atherosclerose wordt doorgaans omschreven als een welvaartsziekte, gerelateerd aan ongunstige leefstijlgewoonten. Toch kan maar 70% van de prevalentie toegeschreven worden aan de klassieke risicofactoren, zoals hypertensie, lipidenstoornissen, roken en een zittend leven. Onderzoekers groeven in het verleden, om meer zicht te krijgen op omstandigheden die bepalend zijn voor atherosclerose.
Diabetespatiënten met een non-ST elevatie myocardinfarct vormen een populatie met een hoger risico op overlijden. Hoewel deze patiënten een ongunstige prognose hebben, worden ze vaak suboptimaal behandeld: evidence-based geneesmiddelen (o.a. bètablokkers, statines) worden minder frequent voorgeschreven en interventionele procedures worden minder vaak verricht. Dit artikel benadrukt het belang om patiënten met diabetes optimaal medicamenteus te behandelen en de drempel tot meer agressieve behandelingsstrategieën te verlagen.
De Belgian Lipid Club heeft haar onderzoeksveld verruimd. Dat laat Professor Yvon Carpentier ons weten tijdens een interview. De vereniging bestudeert voortaan niet enkel lipiden, maar ook ziekten van de aderwand. Een evolutie die gepaard gaat met een zoektocht naar openheid.
“Deze studie kon tot stand komen dankzij de vele centra die eraan meewerkten, zowel centra waar trombolyse mogelijk is als centra die deze behandeling niet uitvoeren. Deze hoge participatiegraad heeft ervoor gezorgd dat de resultaten konden worden gepubliceerd in een internationaal magazine, wat voor een klein land als België niet evident is.” Professor Patrick Evrard (Clin. Univ. de Mont-Godinne, Yvoir), voorzitter van de BIWAC (Belgian Interdisciplinary Group on Acute Cardiology)
“Onze analyse toont aan dat het verschil in mortaliteit tussen primaire angioplastiek en trombolyse bij myocardinfarct met ST-segmentverhoging minder groot is dan gewoonlijk wordt gerapporteerd. Dat verschil is enkel significant bij hoogrisicopatiënten.” Prof. Marc Claeys (UZ Antwerpen), de eerste auteur van de studie.
Het programma van de consensusvergadering van het Riziv over efficiënte behandelingen van COPD moest uiteraard ook een hoofdstuk over roken bevatten. Pierre Bartsch (Universiteit van Luik) was aangesteld als expert om de literatuurgegevens te becommentariëren. Hij bevestigde nogmaals dat stoppen met roken nog steeds de meest doeltreffende behandeling voor de ziekte is, maar dat een rookstop ook meteen de moeilijkste uitdaging vormt.
De meest toegepaste behandeling van lokaal gevorderde of uitgezaaide prostaatkanker is androgeendeprivatie. Maar wat als deze behandeling jarenlang wordt gegeven? Androgeendeprivatie heeft een aantal potentiële bijwerkingen, meer bepaald van metabolische en cardiovasculaire aard. Vandaar de vraag of er nog andere opties voorhanden zijn en of deze bijwerkingen kunnen worden voorkomen.
Prof. Guy De Backer (UZ Gent) is gekend voor zijn bijdrage aan de opstelling en promotie van de Europese aanbevelingen op het vlak van cardiovasculaire preventie. Daarnaast heeft hij meer dan dertig jaar samengewerkt met prof. Marcel Kornitzer (ULB) aan belangrijke epidemiologische studies. Prof. De Backer en prof. Kornitzer stelden enkele weken geleden hun monografie voor, met de titel "Belgische bijdrage tot de epidemiologie en tot de primaire preventie van hart- en vaatziekten". De monografie bevat een compilatie van alle onderzoeken naar de epidemiologie en de primaire preventie van cardiovasculaire ziekten die de voorbije vijftig jaar in België zijn uitgevoerd. En het werk brengt niet enkel de in ons land uitgevoerde onderzoeken in kaart. Het is ook een eerbetoon aan de Belgische visionaire pioniers die al heel vroeg het belang van onderzoek in dit domein begrepen.
De atherogene dyslipidemie die wordt vastgesteld bij patiënten met een metabool syndroom en bij patiënten met diabetes type 2 is geassocieerd met een verhoogd cardiovasculair risico. Er bestaan echter nog een aantal onduidelijkheden over de parameters waarmee rekening gehouden moet worden om dit verschijnsel te karakteriseren, meer in het bijzonder over de rol van triglyceriden en HDL-cholesterol. Onze huidige kennis ter zake heeft weliswaar ook nu reeds therapeutische implicaties.
Bloedplaatjesaggregatieremming is een belangrijk aspect van de behandeling van acuut coronair syndroom. Om de efficiëntie te verhogen, wordt acetylsalicylzuur gecombineerd met een ander antiaggregans. In dit opzicht biedt ticagrelor heel wat voordelen. Eerst en vooral hangt zijn activering niet af van de leverstofwisseling. En vervolgens brengt het een snelle, krachtige en constante remming van de P2Y12-receptor teweeg.
De preventie van cardiovasculaire (CV) ziekten blijft een prioritaire doelstelling in onze geïndustrialiseerde samenleving. Deze preventie is efficiënt en evolueert met de tijd. De nieuwe aanbevelingen van de European Atherosclerosis Society en de European Society of Cardiology bevatten dan ook heel wat nieuwigheden. Een belangrijke risicofactor is dislipidemie, met name voor coronaire ziekten. Reden genoeg voor de professoren Yvon Carpentier, Guy De Backer en Victor Legrand om er ruim aandacht aan te besteden tijdens een conferentie van de Belgian Society of Cardiology, de Belgian Lipid Club en de Belgian Atherosclerosis Society.
Jicht is een onafhankelijke risicofactor voor myocardinfarct. En het verhoogde risico op een infarct is zelfs aanwezig bij jonge personen en bij personen zonder cardiovasculaire risicofactoren.
Volwassenen die prematuur geboren werden, zouden een verhoogd cardiovasculair risico kunnen hebben in vergelijking met zij die op tijd geboren werden. Oorzaken zijn een verhoogd hartritme, een verhoging van de systolische bloeddruk en grotere variatie in bloeddruk.
De fiets nemen om zich te verplaatsen van en naar het werk of om naar de bakker te fietsen (commuter cycling of utilitarian cycling) kan een belangrijke impact hebben op de gezondheid. Fietsen naar het werk is een goede oplossing om op regelmatige basis aan lichaamsbeweging te doen. Deze regelmatige lichaamsbeweging vermindert het risico op hart- en vaatziekten, diabetes, enz. Daarenboven wordt fietsen tegenwoordig ook gepromoot om een hele reeks andere redenen, waaronder het verminderen van luchtvervuiling en lawaaihinder, alsook voor het verminderen van het verbruik van fossiele brandstoffen en CO2-uitstoot door het verkeer. Desalniettemin houdt fietsen ook een aantal risico’s in: een verhoogde kans op een ongeval en een hogere blootstelling aan luchtvervuiling.
Tijdens het jaarlijkse congres van de Belgian Atherosclerosis Society/Belgian Lipid Club gaf prof. Michel Langlois (Dept. of Laboratory Medicine, AZ St.-Jan Brugge en Universiteit Gent) een spreekbeurt over het belang van ApoB in de klinische praktijk. Hij legde uit welke argumenten pleiten voor het bepalen van ApoB en welke elementen aangevoerd kunnen worden tegen een systematische bepaling. Het debat over ApoB is zeker nog niet conclusief.
Al jaren gaat men er blindelings van uit dat een te zoutrijke voeding slecht is voor hart en bloedvaten. Onlangs ontstond er heel wat controverse over een studie van de Leuvense onderzoeker Jan Staessen, gepubliceerd in JAMA, waaruit blijkt dat in een normale populatie de laagste 24-uur urinaire natriumexcretie gepaard gaat met de hoogste cardiovasculaire sterfte (1). De vraag die zich nu opdringt, is of zoutrestrictie in de algemene populatie wel voordelig is. Jan Staessen licht aan de hand van een interview de opzet en de resultaten van deze studie toe.
Tijdens een bijeenkomst op initiatief van het ‘Belgian Hypertension Committee’ werd onlangs de balans opgemaakt van de klinische benadering van resistente hypertensie en de plaats van renale denervatie in de behandelingsstrategie.
[Tijdens het congres van de Société francophone du diabète, Nice, 20-23 maart 2012] Hyperglykemie bij een patiënt die in het ziekenhuis wordt opgenomen met acuut coronair syndroom (ACS) kan worden toegeschreven aan stress of diabetes. Hoe pakken we de diagnose en behandeling, zowel op de spoeddienst als op de afdeling intensieve zorgen en tijdens de eerste follow-up, best aan? Onze Franse buren richtten een werkgroep op die deze problematiek onderzocht en verschillende voorstellen formuleerde.
De diagnose 'kanker' te horen krijgen, is voor een patiënt een traumatiserende ervaring die nefaste gevolgen voor de gezondheid kan hebben, gevolgen die verder gaan dan de effecten van de ziekte of de behandeling. Dit blijkt uit een Zweedse studie waarvan de resultaten onlangs werden gepubliceerd in het N Engl J Med (1).
De voeding van de foetus tijdens zijn ontwikkeling, en dus ook die van de moeder tijdens de zwangerschap, zouden een invloed kunnen hebben op het latere risico op cardiovasculaire ziekten. Tot deze conclusie kwamen de onderzoekers van een studie uitgevoerd aan de Universiteit van Southampton.
Zich elke dag te goed doen aan chocolade, een product rijk aan flavanol, vertaalt zich in een lichte daling van de bloeddruk. Dat is de conclusie van een review van twintig studies die op 14 augustus gepubliceerd werd in de Cochrane Database of Systemic Reviews. Een andere studie geeft dan weer aan dat het ook een positief effect heeft op de cognitieve werking. Alleen maar goede argumenten dus om pure chocolade te eten!
Het gebrek aan fysieke activiteit is wereldwijd verantwoordelijk voor één overlijden op tien. Dat is ongeveer vergelijkbaar met tabak en obesitas, zo stelt een studie die woensdag gepubliceerd werd in een speciale editie van The Lancet.
De cardiovasculaire progenitorcellen spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van het hart. Nu de kennis van de moleculaire mechanismen die betrokken zijn bij hun generatie en stamceldifferentiatie toeneemt, en ze kunnen worden geïdentificeerd met behulp van oppervlaktemerkers, is er nieuwe hoop om ze op grote schaal te kunnen produceren en zo nieuwe behandelingsperspectieven te openen. Dr. Antoine Bondue (Université Libre de Bruxelles) kreeg de 13e wetenschappelijke prijs Jacqueline Bernheim voor zijn onderzoek in dit domein.
Meer dan een halve eeuw geleden, in de jaren 40, was de geneesmiddelenbehandeling van essentiële hypertensie nog heel beperkt. Daarom onderzochten sommige auteurs de mogelijkheid om de aandoening chirurgisch te behandelen. Zo verscheen in april 1941 in de ‘Canadian Medical Association Journal’ een artikel met als titel “Role for Surgeons in the Problem of Essential Hypertension” (1). De auteur schetste daarin zijn zeer beperkte ervaringen – hij behandelde slechts vier gevallen – met splanchnicectomie. Van de verschillende factoren die hypertensie kunnen veroorzaken, noemt hij heel expliciet het zenuwstelsel en de nieren...
In een poging om een oplossing te vinden voor het onvoorspelbare karakter van cardiovasculaire events waarbij een atheroomplaque scheurt, trachten onderzoekers van het Scripps Translational Science Institute een eenvoudige techniek te ontwikkelen waarmee via een bloedafname personen die het grootste risico lopen, kunnen worden opgespoord nog voordat klinische tekens verschijnen.
Het Belgisch Staatsblad van 15 juni publiceerde vier Koninklijke Besluiten in verband met de zorgprogramma’s cardiale pathologie. Deze besluiten traden in voege op 25 juni. Ter herinnering: het Koninklijk Besluit van 15 juli 2004 dat de normen vastlegt voor het zorgprogramma ‘cardiale pathologie’ werd al driemaal gewijzigd in 2006 en 2007. Deze “amendementen” werden telkens aangevochten bij de Raad van State, onder meer door het Centre hospitalier chrétien in Luik en door twee ziekenhuiskoepels, Santhea en Afis. De besluiten werden opgeschort of geheel of gedeeltelijk geannuleerd. Ditmaal lijkt de hervorming, een werkstuk van het kabinet Onkelinx, beter stand te houden.
Jogging bevordert de levensverwachting! Volgens een studie die werd voorgesteld op het EuroPRevent congres, verhoogt regelmatig lopen de levensverwachting met 6,2 jaar bij mannen en met 5,6 jaar bij vrouwen.
Onderzoekers van de universiteit van Firenze kwamen tot deze conclusie, nadat ze alle Engelse artikels hadden bestudeerd die voor 4 december 2011 in Medline waren verschenen waar de woorden ‘ontrouw’, ‘buitenechtelijke relaties’ en ‘mannen’ in voorkwamen. Uit hun meta-analyse, die online werd geplaatst door de Journal of Sexual Medicine, bleek dat je vrouw bedriegen een vorm van stress en schuldgevoel opwekt die slecht is voor de gezondheid.
De Hoge Gezondheidsraad en het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) pleiten voor minder zout in onze voeding. Beide instellingen geven ons hun «recept».
BHL Vol. 30 Nr. 1
Schrijf u gratis in op onze wekelijkse nieuwsbrief en ontvang het laatste nieuws en nog veel meer ...