Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) stelt voor om te beginnen met een tijdelijke terugbetaling van hartmonitoring op afstand. Zo kunnen eerst de onzekerheden rond het gebruik van deze technologie verduidelijkt worden.
Elk jaar krijgen in België ongeveer 15.000 patiënten een hartimplantaat zoals een pacemaker of defibrillator. Een deel van hen wordt op afstand gemonitord, maar deze dienst wordt momenteel niet terugbetaald. Aan het KCE werd gevraagd de doeltreffendheid en de kosteneffectiviteit van deze monitoring op afstand te evalueren en na te gaan in hoeverre het wenselijk zou zijn de diensten van de betrokken zorgverstrekkers te vergoeden.
Sommige van deze patiënten hebben volgens het KCE baat bij monitoring op afstand van hun apparaat, wat hen in theorie toelaat minder vaak op controle te gaan in het ziekenhuis. Momenteel zijn het vooral patiënten met een defibrillator die op afstand worden opgevolgd (meer dan de helft), maar er zijn geen precieze cijfers over hun aantal.
De reden: aangezien deze dienst niet wordt terugbetaald, is er geen registratie van de medische prestaties die daaraan verbonden zijn (andere dan de implantatie zelf van het apparaat, die uiteraard wel door de ziekteverzekering wordt gedekt). Met de telegeneeskunde die momenteel in de lift zit en het RIZIV dat werkt aan de hervorming van de nomenclatuur van medische verstrekkingen, was dit het goede moment om zich de vraag te stellen over terugbetaling van deze monitoring op afstand.
Na analyse komt het KCE tot de conclusie dat, aangezien monitoring op afstand even veilig en doeltreffend is als conventionele monitoring, de prestaties van zorgverstrekkers voor de monitoring op afstand moeten worden vergoed.
Tijdelijke terugbetaling
Aangezien echter geen significante meerwaarde werd aangetoond van monitoring op afstand ten opzichte van conventionele monitoring in termen van levenskwaliteit, sterftecijfer of het aantal ziekenhuisopnames, mag dit voor het RIZIV niet tot meeruitgaven leiden.
Wegens de vele onzekerheden in de huidige gegevens, stelt het KCE voor om te beginnen met een tijdelijke terugbetaling. "Dat zal toelaten meer zicht te krijgen op de werkelijke situatie, alvorens een definitief besluit over de vergoeding van deze prestaties te nemen", benadrukt het KCE.