Een lagere LDL-cholesterolconcentratie en een lagere systolische bloeddruk (SBD) correleren met een lager cardiovasculair risico. Om na te gaan welke invloed een lagere LDL-cholesterolconcentratie en/of een lagere SBD hebben op het levenslange risico op hart- en vaataandoeningen, hebben onderzoekers een studie uitgevoerd gebaseerd op een mendeliaanse randomisatie, waarbij ze zijn uitgegaan van de gegevens van de Britse BioBank. Tussen 2006 en 2010 werden 438.952 deelnemers in de studie opgenomen, en die werden gevolgd tot in 2018 (gemiddelde leeftijd: 65 jaar, 54% vrouwen).
Cholesterol speelt een sleutelrol bij de groei van de cellen. Het was dan ook logisch te veronderstellen dat statines de ontwikkeling en de groei van kankercellen zouden kunnen belemmeren. Niet dus.
Uit een dierenstudie blijkt dat niet alleen de hoeveelheid suiker die je consumeert (en dus de calorieën), een invloed heeft op je gezondheid. Het gaat ook om het soort suiker.
Familiale hypercholesterolemie (FH) is de frequentste genetische ziekte in de cardiologie. De frequentie van heterozygote FH (hFH), de vorm die het vaakst voorkomt, bedraagt 1 op 200 tot 1 op 500.
Het verband tussen sedentariteit en het metabole profiel van zwangere vrouwen is niet duidelijk. Je kan het dan ook moeilijk aanhalen als ijzersterk argument om lichaamsbeweging te nemen…
Algemeen wordt aangenomen dat ghreline, vaak “het hongerhormoon” genoemd, de eetlust stimuleert. Onderzoek bij ratten spreken dat tegen.
Inactivering van angiopoietin-like 4 (ANGPTL4) verlaagt de serumtriglyceriden en de waarschijnlijkheid van coronairlijden.
De fysiologische rol van het BAHD1-eiwit was nog niet bekend. Vorsers hebben nu aangetoond dat het de cholesterolconcentratie en de gewichtstoename regelt door controle van de expressie van bepaalde genen via epigenetische mechanismen.
Je mag nooit veralgemenen. Een recente studie toont aan dat de HDL-cholesterolconcentratie geen betrouwbare marker is van een goede cardiovasculaire gezondheid. Die concentratie kan stijgen in geval van afwijkingen van de receptor voor HDL-c waardoor die laatste niet in de levercellen wordt opgenomen.
Volgens een Canadese studie zouden verzadigde vetten niet de gezworen vijand van ons hart en onze bloedvaten zijn. De echte boosdoeners zijn volgens deze studie de onverzadigde transvetten.
Omdat de nuchtere serumtriglyceriden een recidief van ischemie voorspellen bij patiënten die een statine krijgen.
Om de onderstaande tekst goed te kunnen begrijpen, moet u weten dat nu alleen nog de term ‘fructose’ wordt gebruikt voor ‘maisstroop met een hoog fructosegehalte’. De vroegere benaming had immers een slecht imago bij de consument.
Verschillende studies tonen een verband aan tussen diverse cardiometabole stoornissen en hoge serumwaarden van leptine. Dat is onder andere het geval voor insulinegevoeligheid, aanleg voor ontstekingen, bloeddruk en endotheelfunctie.
Een transversale studie uitgevoerd in Nederland wijst erop dat er een verband bestaat tussen het door de LDL-receptor gemedieerde transmembraneuze cholesteroltransport en type 2-diabetes.
Het enzym NAPE-PLD speelt een rol bij de vorming van bruin vetweefsel. Muizen zonder dat enzym worden zwaarlijvig. Deze observatie opent therapeutische perspectieven maar moet nog bij de mens worden bevestigd.
Er is nog altijd discussie over de optimale dagelijkse hoeveelheid vitamine E. Een studie leert evenwel dat de plasmaconcentratie van vitamine E de activiteit ervan in het lichaam waarschijnlijk niet zo goed weerspiegelt.
Bij gedialyseerde type 2-diabetespatiënten correleren de concentraties van SAA en SP-B met het risico op cardiovasculaire accidenten en de totale sterfte. Die markers blijken verband te houden met afwijkingen van de HDL-cholesterolpartikels.
Bij analyse van de dossiers van 15.000 Amerikaanse mannen en vrouwen van 45-64 jaar die prospectief werden gevolgd in de ARIC-studie (Atherosclerosis Risk in Communities), werd een verband waargenomen tussen obesitas en het risico op plotselinge cardiale dood.
Twee recente, ogenschijnlijke tegenstrijdige studies leveren interessante informatie, maar geven geen definitief uitsluitsel.
Een behandeling met statines verhoogt de HDL-cholesterolconcentratie doorgaans licht, maar dat is niet altijd zo. Bij sommige patiënten zal de HDL-cholesterol zelfs dalen. En dat zullen ze geweten hebben.
Consensusvergadering georganiseerd door het Riziv, mei 2014. De behandeling van dyslipidemie hangt af van het cardiovasculaire risico dat de patiënt loopt. Ouderen, patiënten met diabetes en patiënten met nierinsufficiëntie vormen in dat opzicht ietwat speciale patiëntengroepen. Een literatuuroverzicht en commentaar van professor André Scheen (CHU de Liège). Published ahead of print.
Consensusvergadering georganiseerd door het Riziv, mei 2014. De kwaliteit van de gegevens over de bijwerkingen van statines laat vaak te wensen over. Er werden tal van bijwerkingen gerapporteerd, maar het niveau van bewijskracht is vaak vrij laag. Bij het evalueren van de bijwerkingen op de spieren moeten we rekening houden met meerdere factoren. Published ahead of print.
Consensusvergadering georganiseerd door het Riziv, mei 2014. Statines zijn heilzaam, zelfs bij patiënten met een laag risico. Het gebruik ervan in de primaire preventie roept echter uiteenlopende vragen op: implicaties van het gebruik van de behandeling binnen een zeer brede populatie, kosteneffectiviteitsverhouding, plaats ten opzichte van een aanpassing van de levensstijl… Een overzicht van de literatuurgegevens en commentaren van de expert, professor Erik Muls (KU Leuven). Published ahead of print.
Naar een mededeling van prof. Michel Langlois (AZ Sint-Jan, Brugge-Oostende AV), Consensusvergadering van het Riziv, mei 2014. Volgens de aanbevelingen van de European Society of Cardiology (ESC) en de European Atherosclerosis Society (EAS), blijven LDL-cholesterol en het SCORE-model de eerstelijnscriteria voor management van het cardiovasculaire risico. Andere merkers, zoals non-HDL-cholesterol en apolipoproteïne B, kunnen eveneens van nut zijn. Welke bijkomende informatie mogen we van hen verwachten en wanneer moeten we ze gebruiken? Published ahead of print.
Artrose is de meest voorkomende gewrichtsaandoening, die wordt gekenmerkt door verlies van kraakbeenstructuur en door subchondrale botsclerose, synovitis en synoviale fibrose. Obesitas is geassocieerd met artrose van gewichtsdragende gewrichten zoals de knie en de heup. Recent werd duidelijk dat obesitas tevens een relatie heeft met handartrose. De associatie tussen obesitas en artrose wordt niet alleen verklaard door een verhoogde mechanische belasting op het gewricht, maar ook door systemische en/of metabole invloeden.
De relatie tussen obesitas en artrose zou men kunnen verklaren door een verhoogde biomechanische belasting, maar ook door inflammatie veroorzaakt door het systemische en lokale vetweefsel. De voorbije jaren zijn nog bijkomende associaties gevonden tussen artrose en andere metabole ziektebeelden. De ziektebeelden die deel uitmaken van het metabool syndroom kunnen alle van belang zijn in het artroseproces. Daarom pleiten sommigen ervoor artrose op te nemen als ziektebeeld behorend tot het metabool syndroom .
Tijdens het jaarlijkse congres van de Belgian Atherosclerosis Society/Belgian Lipid Club gaf prof. Michel Langlois (Dept. of Laboratory Medicine, AZ St.-Jan Brugge en Universiteit Gent) een spreekbeurt over het belang van ApoB in de klinische praktijk. Hij legde uit welke argumenten pleiten voor het bepalen van ApoB en welke elementen aangevoerd kunnen worden tegen een systematische bepaling. Het debat over ApoB is zeker nog niet conclusief.
Gaat het gebruik van statines gepaard met een toename van het risico op auto-immuunziekten zoals reumatoïde artritis? Mogelijk wel, zeggen Nederlandse onderzoekers op basis van de bevindingen uit een case-controlstudie. Annals of the Rheumatic Diseases publiceerde de resultaten.
BHL Vol. 30 Nr. 1
Schrijf u gratis in op onze wekelijkse nieuwsbrief en ontvang het laatste nieuws en nog veel meer ...