Meer mensen komen in aanmerking voor terugbetaling voor de vervanging van hun aortaklep via een katheter. Dat meldt minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit). Doorgaans gebeurt die vervanging via een operatie, maar voor sommige patiënten is dat te riskant. Door de beslissing krijgt een aanzienlijk hoger aantal patiënten uit die categorie recht op een terugbetaald implantaat.
Hartkleppen zorgen ervoor dat het bloed maar in één richting door het hart kan stromen. Het gebeurt wel vaker dat ze na verloop van tijd beginnen slijten. Dan moet de aortaklep van de patiënt mogelijk worden vervangen. Dat gebeurt meestal via een operatie - zowat 3.000 keer per jaar.
Sommige patiënten komen echter niet in aanmerking voor een operatie. Ze zijn bijvoorbeeld hoogrisicopatiënt of gewoon te oud. Voor hen bestaat er een minder invasief alternatief, waarbij de aortaklep wordt vervangen via de lies - de 'percutane vervanging van de aortaklep' (TAVI).
Minister Vandenbroucke heeft nu beslist het jaarlijks aantal terugbetalingen voor een TAVI-ingreep te verhogen van 500 naar 1.500, en dat vanaf 1 mei. "We stellen vast dat het huidige maximumaantal terugbetalingen te beperkt is om alle patiënten die niet kunnen worden geopereerd of hoog-risico-patiënten zijn en een dergelijk implanteerbaar hulpmiddel nodig hebben, te helpen", licht hij toe. "Met deze beslissing verhogen we het aantal terugbetalingen, zodat elke patiënt toegang krijgt tot de zorg die zij of hij nodig heeft."
Op voorstel van de bevoegde commissie binnen het Riziv wordt een aantal vergoedingsvoorwaarden voor het implantaat voorzien. Zo wordt het aantal ziekenhuizen waar dit hulpmiddel geplaatst mag worden, beperkt tot de centra die een minimale ervaring op het vlak van implantatie kunnen aantonen en is een multidisciplinair overleg vereist tussen artsen met de diverse relevante expertises.