Wijzigingen van de darmmicrobiota in de dunne darm gaan vaak gepaard met overmatige insulinesecretie. Het team van Max Nieuwdorp (Utrecht) heeft in dit kader aangetoond dat fecestransplantatie van slanke donoren naar insulineresistente patiënten een gunstige uitwerking heeft op de samenstelling van de microbiota van de ontvangers en het glucosemetabolisme door de wijziging van de productie van korteketenvetzuren.
Follow-upstudies suggereren dat dit gunstige effect al dan niet een respons uitlokt naargelang de hoeveelheid korteketenvetzuren de getransplanteerde microbiota produceren. Max Nieuwdorp presenteerde de nog ongepubliceerde gegevens van zijn team en suggereert dat fecestransplantatie bij patiënten die onlangs werden gediagnosticeerd met diabetes type 1 ook een gunstig effect kan hebben op de residuele functie van de bètacellen.
Maar uit diezelfde gegevens is tot hun grote verbazing ook gebleken dat suppletie met oraal butyraat geen enkel gunstig effect heeft op het glucosemetabolisme van patiënten met diabetes type 1 en 2.
Deze ontdekkingen suggereren dus dat het dankzij wijziging van de darmmicrobiota die korteketenvetzuren produceren mogelijk zou zijn om de glykemie beter te controleren bij patiënten met diabetes type 1 en 2.