Het congres vond plaats op 13 en 14 februari.
Dit jaar heeft de Belgian Society of Cardiology (BSC) tot ieders tevredenheid haar jaarlijks congres gehouden in de Heizel. Het centrale onderwerp was oncocardiologie, een nieuw medisch domein dat tot doel heeft hart- en vaataandoeningen te voorkomen en te behandelen bij kankerpatiënten voor, tijdens en na de behandeling.
Een sessie van het BSC-congres werd gewijd aan de verschillen tussen mannen en vrouwen bij de behandeling en klinische prognose van cardiovasculaire aandoeningen. Wat de coronaire hartziekten betreft, gaf onze landgenote Sofie Gevaert van de Universiteit Gent een stand van zaken over het bovengenoemde type infarcten, dat het meeste voorkomt bij relatief jonge (gemiddelde leeftijd 50 jaar) vrouwen (90% van de gevallen).
Een AF wordt steeds vaker gediagnosticeerd dankzij de toegenomen levensverwachting, de verbetering van de diagnostische middelen en het feit dat er meer aandacht aan wordt besteed. Een stand van zaken met Giuseppe Boriani van de universiteit van Modena en Reggio Emilia in Italië.
De presentatie van onze landgenoot Georges Mairesse, cardioloog in Aarlen, tijdens de sessie van het BeHRA (Belgian Heart Rhythm Association) van het 39e jaarlijkse congres van de Belgian Society of Cardiology (Brussels Expo, 13-14 februari 2020) draaide volledig rond AF, een vaak voorkomende hartritmestoornis waarnaar momenteel veel onderzoek wordt gedaan en waarvoor vroege opsporing van het grootste belang is.
Gregory Lip van de universiteit van Liverpool in het Verenigd-Koninkrijk opende de sessie van de BeHRA (Belgian Heart Rhythm Association) van het 39e jaarlijkse congres van de Belgian Society of Cardiology (Brussels Expo, 13-14 februari 2020) met een uiteenzetting over hartritmestoornissen die werden gedetecteerd bij patiënten met pacemakers of defibrillatoren.
In alle Belgische ziekenhuizen werd een enquête gehouden over de aanpak met betrekking tot de behandeling van hartfalen. De resultaten ervan werden gebundeld in een poster die op het BSC-congres werd gepresenteerd. Dr. Troisfontaines geeft ons de belangrijkste resultaten en conclusies.
Matthias Dupont bespreekt alle actuele vragen over hartfalen, de nieuwe therapeutische voorstellen en het belang van referentiecentra.
Veneuze trombo-embolie vergt een lange behandeling, maar hoelang precies en bij welke patiënten? Philippe Hainaut geeft antwoorden op die vragen.
Werkhervatting na een cardiovasculair accident is nooit eenvoudig, aldus Johan De Sutter. Naast de zuiver medische aspecten zijn er nog de sociaal-professionele en psychische problemen.
Sofie Gevaert bespreekt de risicofactoren bij vrouwen en de prognostische waarde ervan. Vrouwen vertonen bovendien nog andere risicofactoren: zwangerschap, perimenopauze enz.
Ondanks de hoge incidentie is er nog weinig bekend over de specifieke eigenschappen van hartfalen. Ana Roussoulières vertelt daar wat meer over en pleit voor meer onderzoek ter zake.
Onderzoek moet worden gesteund, aldus Marc Claeys. Via de stichting die hij twee jaar geleden heeft opgericht, hebben experts al enkele laureaten kunnen belonen. Ze hopen dat ze er volgend jaar nog meer kunnen belonen.
Die vraag komt herhaaldelijk terug bij een behandeling met plaatjesaggregatieremmers. Ticagrelor krijgt al jaren de voorkeur, maar prasugrel doet het ook goed. Zal de Leuvense arbiter een eindoordeel kunnen vellen?
Hoelang moet je een behandeling met twee plaatjesaggregatieremmers (DAPT) voorschrijven? Peter Sinnaeve beantwoordt die vraag: korte of lange behandeling en bij welke patiënten?
Is er inderdaad een paradox van obesitas bij hartfalen en de daarmee samenhangende sterfte? Dr. Sibille Lejeune geeft uitleg bij de resultaten van een verrassende studie.
Er verschijnen almaar meer hulpmiddelen in de handel: van geconnecteerde horloges tot implanteerbare hulpmiddelen. De meeste geven betrouwbare informatie. We maken echter onderscheid tussen hulpmiddelen voor prescreening van de algemene bevolking en hulpmiddelen die nuttig zijn bij de screening van specifieke populaties op lange termijn. De diagnose van hartritmestoornissen moet altijd eerst met een ecg worden bevestigd voor een antistollingstherapie wordt gestart.
Ischemie wijst op het bestaan van letsels van de coronaire circulatie. In dat kader moet niet alleen worden gezocht naar focale letsels bij coronarografie, maar ook naar eventuele diffuse letsels en afwijkingen van de microcirculatie. Daarnaast moet de weerslag ervan worden gemeten.
Om hart- en vaataandoeningen bij kankerpatiënten te bestrijden, heeft de Belgian Society of Cardiology een nieuwe raad van cardio-oncologie opgericht. Die raad moet artsen informeren over de preventie en aanpak van hart- en vaataandoeningen als gevolg van de kankerbehandelingen en radiotherapie. De Belgian Heart Foundation voorziet een specifieke beurs om het onderzoek ter zake te bevorderen.
Dankzij chemotherapie is de overleving van kankerpatiënten sterk verbeterd. Chemotherapie kan echter toxisch zijn voor het hart. Meer en meer patiënten overleven hun kanker, maar krijgen te kampen met de cardiale bijwerkingen van de behandeling. Preventie, diagnose, behandeling en follow-up van die cardiovasculaire effecten zijn dus belangrijk. Om al die redenen is een goede samenwerking tussen cardiologen en oncologen voortaan cruciaal.
Hart- en vaataandoeningen en kanker zijn de twee belangrijkste doodsoorzaken in geïndustrialiseerde landen. Die ziekten hangen sterker samen dan wat men zou denken. Het feit dat ze moleculaire en pathofysiologische mechanismen en dus risicofactoren gemeen hebben, is maar één van de vele bewijzen daarvan. Prof. Lancellotti vertelt er ons meer over.
Schrijf u gratis in op onze wekelijkse nieuwsbrief en ontvang het laatste nieuws en nog veel meer ...